Decreten en wetteksten van de Duitstalige Gemeenschap van België
Decreet tot instelling van een ombudsman voor de Duitstalige Gemeenschap
met de wijzigingen van 2011, 2016, 2018 en 2022 als gecoördineerde versie
met de wijzigingen van 2011, 2016, 2018 en 2022 als gecoördineerde versie
Reglement van de Ombudsdienst van de Duitstalige Gemeenschap
Het Reglement van de Ombudsdienst van de Duitstalige Gemeenschap regelt de interne processen en procedures. Ze bepalen hoe burgers klachten kunnen indienen en hoe deze klachten worden behandeld.
Het Reglement van de Ombudsdienst van de Duitstalige Gemeenschap regelt de interne processen en procedures. Ze bepalen hoe burgers klachten kunnen indienen en hoe deze klachten worden behandeld.
Decreet betreffende het klachtenbeheer voor de Duitstalige Gemeenschap van 2022
21 februari 2022 - Decreet tot instelling van diverse instrumenten voor informatie- en klachtenbeheer in de Duitstalige Gemeenschap
21 februari 2022 - Decreet tot instelling van diverse instrumenten voor informatie- en klachtenbeheer in de Duitstalige Gemeenschap
Besluit betreffende individuele en openbare elektronische communicatie door de autoriteiten van het Duitse taalgebied
Het decreet van 15 oktober 2018 regelt de elektronische communicatie van overheden in de Duitstalige Gemeenschap van België. Het definieert kernbegrippen zoals elektronische berichten en handtekeningen. Elektronische communicatie heeft dezelfde rechtsgevolgen als schriftelijke documenten, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Overheidsinstanties moeten transparante procedures definiëren voor elektronische communicatie. Bovendien worden elektronische formulieren, handtekeningen en aangetekende brieven gelijkgesteld met hun fysieke tegenhangers.
Het decreet van 15 oktober 2018 regelt de elektronische communicatie van overheden in de Duitstalige Gemeenschap van België. Het definieert kernbegrippen zoals elektronische berichten en handtekeningen. Elektronische communicatie heeft dezelfde rechtsgevolgen als schriftelijke documenten, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Overheidsinstanties moeten transparante procedures definiëren voor elektronische communicatie. Bovendien worden elektronische formulieren, handtekeningen en aangetekende brieven gelijkgesteld met hun fysieke tegenhangers.
Decreet betreffende de openbaarheid van bestuurlijke documenten
Het decreet van 16 oktober 1995 regelt de toegang tot administratieve documenten in de Duitstalige Gemeenschap van België. Burgers hebben recht op inzage, aangifte en afschrift tegen betaling. Verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend en de autoriteiten houden er een register van bij. Toegang kan worden geweigerd als dwingende belangen zoals veiligheid, openbare orde of lopende onderzoeken in het geding zijn.
Het decreet van 16 oktober 1995 regelt de toegang tot administratieve documenten in de Duitstalige Gemeenschap van België. Burgers hebben recht op inzage, aangifte en afschrift tegen betaling. Verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend en de autoriteiten houden er een register van bij. Toegang kan worden geweigerd als dwingende belangen zoals veiligheid, openbare orde of lopende onderzoeken in het geding zijn.
Taalwetgeving
Gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in administratieve aangelegenheden van 18 juli 1966
De gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in administratieve aangelegenheden van 18 juli 1966 regelen het gebruik van de nationale talen in openbare diensten en administratieve processen in België. Ze zijn van toepassing op staats-, provinciale en gemeentelijke overheden en op bepaalde particuliere organisaties met een openbaar mandaat. De wet definieert vier taalgebieden: Nederlands, Frans, Duits en Brussel-Hoofdstad. De wet bepaalt in welke administratieve gebieden de respectieve talen moeten worden gebruikt, in het bijzonder voor openbare ambten, de rechterlijke macht, onderwijsinstellingen en verkiezingen. De precieze indeling van de gewesten en hun bestuurstaal wordt ook geregeld.
De gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in administratieve aangelegenheden van 18 juli 1966 regelen het gebruik van de nationale talen in openbare diensten en administratieve processen in België. Ze zijn van toepassing op staats-, provinciale en gemeentelijke overheden en op bepaalde particuliere organisaties met een openbaar mandaat. De wet definieert vier taalgebieden: Nederlands, Frans, Duits en Brussel-Hoofdstad. De wet bepaalt in welke administratieve gebieden de respectieve talen moeten worden gebruikt, in het bijzonder voor openbare ambten, de rechterlijke macht, onderwijsinstellingen en verkiezingen. De precieze indeling van de gewesten en hun bestuurstaal wordt ook geregeld.